Neem op in de bezemkast
Ik neem mijn voice-overs altijd op in een π₯π³π°π¨π¦ ruimte. En daarmee bedoel ik: een plek zonder galm. En dat is bijvoorbeeld de bezemkast, maar je kledingkast voldoet ook. Zelf zet ik wel eens een stoel op tafel waar ik een dekbed overheen leg. Daar ga ik dan onder zitten. Of ik kruip mβn bed in. πβ
ππ¦π― π±π’π’π³ π΅πͺπ±π΄ π·π°π°π³ π£πͺπ« π©π¦π΅ πͺπ―π΄π±π³π¦π¬π¦π―:β
π€ Gebruik spreektaal. Hoe zou je het aan een vriend vertellen?β
π€ Gebruik dus geen schrijftaal. Als je iemand in de kroeg of supermarkt - dat is iets realistischer - tegen je zou zeggen βnochtansβ of βechterβ dan denk je waarschijnlijk: wat een rare snijboon.β
π€ Maak geen lange en ingewikkelde zinsconstructies, zoals je misschien op papier zou doen. Het wordt er onbegrijpelijk van.β
π€ Lees de tekst een paar keer hardop om te oefenen. Als ik struikel over mβn zinnen dan weet ik: dit moet korter.β
π€Acteer. Vaak als je denkt: dit is wel erg overdreven, dan klinkt het goed.β
β
Ik heb een aantal woorden die ik niet uit kan spreken. Deze zijn 76e, vooroorlogse en shaslick. Elke keer weer. Niet te doen. π₯Έβ